In de hoek bij het raam, met links uitzicht op de Hauptstrasse, voor uitzicht op een pul bier en rechts uitzicht op mij, leest een man een boek.
‘Ik heb niet veel tijd,’ zegt hij, ‘maar vijf of tien minuten, dat moet wel lukken.’ Hij slaat zijn boek dicht. Het heeft een verkleurde en gescheurde omslag.
‘In 2014 was ik twee maanden vanwege mijn gezondheid in een kuuroord en in die tijd werd dit boek op de radio voorgelezen. Het is een biografische roman van Erich Loest over het leven van Karl May. Zó beeldend beschreven dat ik het meteen heb besteld, de nieuwste versie, uit 2012. Maar gisteren liep ik langs een boekenstalletje en daar lag deze…’ Hij slaat hem voor me open. ‘De eerste druk, uit 1980, nog uit de oude DDR. Dit was een verboden boek, Loest had zich uitgesproken tegen de censuur en zag zich in ’81 gedwongen naar de Bondsrepubliek te vertrekken. Na de Wende kwam hij weer terug.
Zelf heb ik Karl May nooit gelezen, zijn boeken waren lange tijd verboden in de DDR. Volgens het regiem vertegenwoordigden ze een imperialistische kijk op de wereld; de witte man als overheerser was in strijd met het communisme waar immers ieder mens gelijk is. Nou ja, had moeten zijn… Een vriend van me op de universiteit had de hele serie achterin zijn boekenkast verstopt, werd verraden en mocht niet verder studeren.’ Hij zwijgt, pakt het boek op, legt het weer neer. Hij kijkt op zijn horloge.
‘Het komt er dus op neer dat de ene verboden schrijver over de andere verboden schrijver schreef. Dat gebeurde hier allemaal. En deze oude man,’ hij tilt zijn pul bier naar me op, ‘heeft het oosten, de muur, de censuur, de onderdrukking en de Wende meegemaakt en vult zijn dagen in Dresden met lezen en zich verwonderen over deze vreemde wereld.’