‘Bijna uit.’ Door grote goudomrande brillenglazen kijken twee heldere ogen me aan. ‘In de boekhandel loop ik altijd eerst naar de toptien tafel. Daar lag deze op nummer twee en ik wist meteen: die moet ik hebben. Het is het verhaal van een vrouw met obesitas, ze probeert op allerlei manieren uit de vicieuze cirkel te komen, maar dat lukt niet zo goed.’
Ze wijst naar de opengeslagen bladzijde. ‘Nu is ze net begonnen met groepstherapie en verliefd op een jongen die daar om dezelfde reden is als zij, maar dat wordt, vrees ik, ook weer niks want ze pakt het allemaal niet erg handig aan.’
‘Best een pittig onderwerp,’ zeg ik.
‘Valt wel mee, ze vertelt het allemaal heel grappig.’
Ze legt een lila met paars gehaakte boekenlegger tussen de bladzijdes. Hij past mooi bij de cover van het boek.
‘Ik moet overstappen, in de volgende trein lees ik het uit. Ik lees ook fictie en thrillers, Engels en Nederlands, alles door elkaar. Ik lees heel veel. Van lezen word ik rustig, maar het mooie van dit boek is dat het echt is en heel herkenbaar, als je dit leest, voel je je in bepaalde dingen minder alleen.’